Democratische scholen bestaan inmiddels zo’n twintig jaar in Nederland. Initiatieven voor onderwijsvernieuwing, waarin leren op sociaal-emotioneel gebied en het ontwikkelen van vaardigheden minstens zo’n belangrijke rol spelen als het verplichte curriculum. Veelal gaat het om kleinschalige scholen met een verticale leeftijdsopbouw, die vanuit deze keuzes niet vallen onder de voorwaarden voor regulier bekostigd onderwijs.

Het B3 kader voor particulier onderwijs biedt wel mogelijkheden. Ouders en onderwijsprofessionals die vanuit pedagogische visie en maatschappelijke betrokkenheid het belang van ander onderwijs zagen, namen deze consequentie voor lief. De school is gefinancierd door ouderbijdragen, zelfstandigen werken voor gereduceerd tarief en de nieuwe economie wordt omarmd, waardoor gezamenlijk de kosten zo laag mogelijk te houden, om de school voor zoveel mogelijk kinderen toegankelijk te houden.

Diversiteit in onderwijs

Het ministerie van onderwijs is voorstander van diversiteit in onderwijs en is blij met ontwikkeling in onderwijs. En hoewel het democratisch onderwijs niet financiert, bewaakt het wel de kwaliteit. Alle democratische scholen in Nederland zijn erkend door inspectie. De eigen leerweg van een kind staat centraal, begeleiders en ouders werken samen om deze te ondersteunen en vorm te geven. Hiermee wordt voor elk kind maatwerk geboden.

Naast de groep ouders die bewust voor een democratische school kiest op basis van de visie, is er ook een groep ouders die de scholen vindt vanwege uitval in het reguliere onderwijs. Na een zoektocht langs meerdere scholen, reeksen diagnostische onderzoeken en soms langere tijd thuiszitten beland een kind soms op een democratische school.

Steeds meer leerplichtambtenaren en samenwerkingsverbanden zien, dat voor sommige kinderen democratisch onderwijs een vorm van passend onderwijs is. Binnen de huidige kaders kunnen zij dit echter niet indiceren. Dit maakt dat kinderen afhankelijk zijn van het feit of ouders dit kunnen betalen. Hoewel de inzet van de scholen is de kosten laag te houden, gaat het toch om honderden euro’s per maand en dat is niet voor iedereen haalbaar. Soms springt familie bij, om de schoolgang toch mogelijk te maken.

Als kinderen binnen de school extra ondersteuning nodig hebben, kan deze om dezelfde reden niet worden geboden door de samenwerkingsverbanden, waar dit binnen regulier onderwijs wel mogelijk zou zijn. Ze werken alleen voor bekostigde scholen.

Ieder kind heeft recht op passend onderwijs

‘Het doel van passend onderwijs is te zorgen dat leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past, dat ze ondersteuning krijgen als dat nodig is, en dat er geen leerlingen meer thuiszitten’.

Kijkend naar de doelstelling van passend onderwijs, is duidelijk dat democratische scholen hieraan voldoen. Het feit dat zij voor hun bestaan afhankelijk zijn van het B3 kader, veroorzaakt nu rechtsongelijkheid tussen kinderen. Het is aan samenwerkingsverbanden niet toegestaan overheidsgeld te betalen aan particuliere scholen.

Enerzijds begrijpelijk, aangezien de kosten voor particuliere scholen zo’n 15 tot 20.000 euro per jaar bedragen. Dit is niet het bedrag dat de overheid per kind beschikbaar heeft. 

Democratische scholen vragen echter het reguliere bedrag en werken zonder winstoogmerk. Er is geld beschikbaar voor dit kind, waarom mag het niet besteed worden, desnoods via een ‘poortschool’’ constructie? Nu zijn er kinderen die toch thuis zitten, terwijl er een optie is.

Een knellend kader

De huidige leerplichtwet wordt steeds meer een knellend kader. Kinderen die niet passen in de huidige organisatievorm, belanden in een carrousel van diagnoses, die nodig zijn om ‘passend onderwijs’ te legitimeren. ‘Passend onderwijs’ betekent een extra pakketje zorg om binnen het huidige organisatiemodel mee te draaien. 

Ook leraren hebben steeds meer moeite binnen het huidige organisatiemodel te functioneren. Zij vertrekken, uit eigen keuze of vanwege een burnout. Lerarentekort? Of organisatieprobleem?

Maak het onderwijs weer passend, een plaats waar volwassenen en kinderen met elkaar willen leren. Een plek waar de deskundigheid van leerkrachten weer tot hun recht komt. 

Democratisch onderwijs laat al 20 jaar zien dat het kan. Tijdens de Corona periode hebben veel scholen laten zien dat het kan. En hebben ouders gezien hoeveel druk er soms op kinderen wordt gelegd.

In de leerplichtwet zijn verantwoordelijkheden van ouders, scholen en overheid vastgelegd. Wat bedoeld was om het recht op onderwijs vorm te geven, is verworden tot een wurggreep voor ouders, leerkrachten en kinderen.

Het recht op ontwikkeling

Nieuwe kaders zijn nodig, waarin naast onderwijs ook ruimte is voor sport, muziek, kunst en cultuur. Scholen worden weer baas in eigen vak, via het professioneel statuut kunnen zij maatwerk leven op verandering binnen eigen school.

Geld volgt het kind,, net als bij de kinderbijslag. Elk kwartaal gaat het geld naar de school waar het kind op dat moment ingeschreven staat.. Als er geen school is, blijft het geld staan en kan een individueel plan worden ingediend, door ouders zelf of een samenwerkingsverband dat geld beschikbaar heeft voor alle kinderen en niet alleen voor hen, die bij een reguliere school ingeschreven staan. 

Alle kinderen hebben recht op ontwikkeling. Passend onderwijs is daar een onderdeel van. Het is aan de overheid om dit te faciliteren. Als de huidige organisatievorm deze rechten in de weg staat, is het tijd deze structuur aan te passen.