Derde in reeks van persoonlijke verhalen van ouders over democratisch onderwijs

Simon (nu 13 jaar) kwam bij DSA toen hij 9 jaar was. Zijn laatste jaar op de reguliere basisschool bestond voornamelijk uit testen. Er werd geprobeerd een “label” voor Simon te vinden, om te ontdekken hoe Simon tot leren gebracht kon worden., Hij had vooral moeite met lezen. Bij alle testen was de uitslag niet eenduidig genoeg om een uitslag vast te stellen. De uiteindelijke diagnose werd “zeer ernstige dyslexie”. Simon zelf werd door al die onderzoeken steeds onzekerder. Van een vrolijke jongen, veranderde hij in een onzeker jongetje dat vooral naar de grond keek. Het liefste wilde hij onzichtbaar zijn.

Focus op wat hij wel kan

De reguliere basisschool aangaf hem niet genoeg te kunnen bieden. Wij gingen wij op zoek naar een andere school, maar werden nergens blij van Overal waar we kwamen werd alleen maar gekeken naar wat er niet goed was, terwijl wij juist de focus wilden leggen op wat Simon wel goed kan. Bij DSA voelden we die ruimte wel. Ook de ontscholingsperiode klonk aantrekkelijk, Er was ondertussen zoveel druk op Simon gelegd, dat hij ontzettend moe was. In de schoolkring, waarin gekeken werd of iedereen consent was met Simon’s komst, was het enige wat Simon zei: “Ik ben Simon en ik heb dyslexie”. Heel verdrietig om te horen.

Lezen werd weer leuk

Spelen en huttenbouw, dat is het enige waarmee Simon In het eerste halfjaar bij DSA is bezig geweest. Hij maakte nieuwe vrienden. Het was een verademing voor hem om geen druk te voelen, niet in een bepaalde richting geduwd te worden. Na deze periode begon zijn mentor geleidelijk aan met hem te lezen, heel vrijblijvend. Om de beurt lazen ze een soort stripverhaaltjes, met gekke stemmetjes. Hierdoor begon het lezen beetje voor beetje weer leuk te worden voor Simon. Het ging niet snel, maar hij wilde weer lezen. Dat was fijn, je zag hem groeien.

Loslaten als ouder

Voor ons als ouders was het wel lastig om het “oude leren” los te laten. We waren vaak bang dat hij nog verder achterop zou raken. Het feit dat we hem sociaal en emotioneel zo zagen groeien, gaf ons toch steeds weer vertrouwen. Dit was de goede weg voor Simon. De vrolijke jongen kwam weer terug en ook zijn zelfvertrouwen groeide langzaam. Simon zelf gaf aan dat dit kwam, omdat hij zich veilig voelde en hierdoor helemaal zichzelf kon zijn. Hij hoefde niet de hele tijd op zijn tenen te lopen en zich beter voor te doen dan hij is. Simon kent zichzelf nu heel goed. Hij kent zijn sterke punten en durft hulp te vragen bij de dingen die hij lastig vindt. Hij heeft veel vrienden gemaakt en komt voor zichzelf op

Een nieuwe stap

Volgend schooljaar start Simon op het Praktijkonderwijs. Hier hebben wij als ouders alle vertrouwen in. Zou hij binnen een andere school cognitief meer vooruit zijn gegaan? Misschien, maar wie was hij dan geweest? Een onzekere jongen die zijn hoofd laat hangen, hoe ver kom je daarmee in het leven? Dan maar wat minder goed lezen en vol vertrouwen in het leven staan.